Vertalingen marcher devant FR>NL
marcher devant (ww.) | iemand voorgaan (ww.) ; vooraanlopen (ww.) ; voorlopen (ww.) ; vooroplopen (ww.) ; vooruitgaan (ww.) ; vooruitlopen (ww.) |
Bron: interglot
Voorbeeldzinnen met `marcher devant`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
FR: prendre les devants